Het einde van het jaar nadert. Voor veel mensen een moment om terug te kijken op het afgelopen jaar. En om te bedenken hoe ze sommige dingen komend jaar anders kunnen doen. Ofwel… Goede voornemens. Nu moet ik eerlijk zeggen dat ik zelf niet zo van goede voornemens houd. Of eigenlijk: ik houd er wel van, maar heb een afkeer van goede voornemens specifiek op de dag 1 januari. Ik probeer namelijk het hele jaar door een ontwikkel-mindset te houden. Wanneer ik merk dat vervelende gewoonten of patronen erin sluipen, dan pak ik dat liever meteen aan dan dat ik dit uitstel tot het begin van een nieuw jaar.
Niet dat ik het dan heel simpel vind om te veranderen hoor. Daarin ben ik niet anders dan anderen. Geen zin, geen tijd, en ach… Morgen kan ook nog.
Een voorbeeld: een tijd geleden heb ik een nieuwe kruisband gekregen, en daarmee moet ik van de fysio goed blijven trainen. Als mijn doel is om mijn fysio oefeningen 3 keer in de week te doen, dan zijn er natuurlijk volop excuses. Te druk met werk, boodschappen gaan voor, ik moet nu eenmaal zorgen dat de kinderen naar sportclubs worden gebracht en als ik eindelijk zit… Nou, dan heb ik wel een kop thee en een boek verdiend in plaats van die oefeningen te doen. Herkenbaar?
Doel, Gedrag en Support
Gelukkig heeft Ben Tiggelaar me een aantal handige tips meegegeven om WEL mijn doelen te halen. Ik haal ze uit het boekje de ladder van gedrag. Hierin legt hij uit dat ik een verandering moet plannen aan de hand van 3 onderdelen: Doel, Gedrag en Support. Om te beginnen moet ik dat doel lekker concreet maken. Dus niet: ‘ik ga weer fit worden’. Maar: ‘ik ga elke week de oefeningen doen die ik heb gekregen’. Daarna ga ik dat doel naar gedrag vertalen. Ik weet namelijk hoe vager ik het gedrag houd dat bij mijn doel hoort, hoe groter de kans is dat ik mezelf er onderuit laat komen. Ik vertaal mijn doel dus naar: ‘ik ga op zondag, dinsdag en donderdag in de avond mijn oefeningen doen. En daar plan ik 20 minuten voor in’. Hoe concreter het gedrag, hoe makkelijker het is om me eraan te houden.
Support
Maar de allerbelangrijkste factor voor mij is ‘support’. Als ik namelijk niemand thuis vertel over mijn doel, dan is er ook geen sociale controle. En dus vertel ik het hele gezin dat ik op zondag, dinsdag en donderdag oefeningen wil doen. Reken maar dat ik er fijntjes aan herinnerd word welke dag van de week het is. En de vraag krijg of ik mijn oefeningen al gedaan heb. Leuk voordeel: vaak doen de thuis aanwezige gezinsleden gezellig mee met mijn training. En dan leidt het nog tot een stuk meer plezier ook!
Recente reacties